Eiwit is in de vorm van aminozuren noodzakelijk voor de aanzet van (spier)weefsel en de onderhoudsprocessen. De aminozurenvoorziening dient wel in balans te zijn. Een overmaat eiwit brengt namelijk ook negatieve effecten met zich mee, die zich uiten in slechtere technische resultaten, natter strooisel en meer voetzoolleasies. Wanneer het eiwit in de dunne darm niet snel genoeg wordt verteerd, vormt het een belangrijk substraat voor pathogene bacteriën zoals Clostridium perfringens. Daarnaast geeft teveel eiwit een belasting voor het milieu. Denk hierbij aan de bijdrage aan ammoniakemissie en de carbon footprint (sojaschroot). Tenslotte zijn aminozuren dure nutriënten: de eiwitwaarde bepaalt ca. 25-30% van de grondstofkosten in een vleeskuikenvoer.

DSM adviseert een gebalanceerde aminozurenvoorziening waarmee aanbod en behoefte nauwkeurig op elkaar worden afgestemd. Deze optimale eiwitvoorziening wordt bereikt door:

Toepassing van een gericht kwaliteitsprogramma. Naast chemische analyses, werkt DSM momenteel aan in vitro technieken om de kwaliteit van sojaschroten te karakteriseren (oa. eiwitverteerbaarheid).

Keuze van grondstoffen zoals hoogwaardige eiwitbronnen, vrije aminozuren en onoplosbare vezelbronnen;

Fasevoeding met uitgekiende normen voor SID aminozuren (nu ook beschikbaar in de DSM Veevoedertabel);

Toepassing van enzymen en eubiotics.

In 2018 heeft DSM/Twilmij een vleeskippenproef uitgevoerd aan het Zoötechnisch Centrum van de KU Leuven waarin is gekeken naar het effect van een eiwitverlaging al dan niet gecombineerd met Ronozyme® ProAct.

450 Ross 308 haantjes werden verdeeld over 3 behandelingen met 10 herhalingen (grondhokken):

(1) controlevoeders, representatief voor de praktijk in de Benelux;

(2) controle met 1% lagere eiwitniveaus en

(3) als (2) met 0.02% Ronozyme ProAct toegevoegd.

De OE vlk (ME vleeskippen) en de niveaus aan verteerbare aminozuren waren tussen de behandelingen gelijk. De kuikens werden gevoerd met een 3 fasen voerprogramma, op basis van tarwe-sojaschroot-maïs voeders. Alle voeders bevatten Ronozyme Hiphos en Ronozyme WX; er was geen coccidiostaticum toegevoegd.

Per fase zijn gewichten en voeropnames bepaald om de technische resultaten te berekenen. Op dag 28 is 1 kuiken per hok genomen voor het verzamelen van darminhoud (einde ileum) en bloedmonsters.

Voordelen van eiwitverlaging

Eiwitverlaging gaf in deze proef een numerieke verbetering van de groei en voederconversie. Deze verbetering maakte de kostprijsverhoging van de laag eiwitvoeders - door het beperken van ruw eiwit en de inzet van vrije aminozuren en Ronozyme ProAct - weer goed!

Bovendien was het strooisel duidelijk droger en werden er minder voetzoolleasies waargenomen wanneer de kuikens laag eiwitvoer kregen (P < 0.05). Dit effect werd duidelijk versterkt door de inzet van Ronozyme ProAct. De totale eubacteriënpopulatie in het einde van het ileum was lager bij kuikens die gevoerd werden met de laag eiwitvoeders. Daarnaast waren de bloedparameters AGP-1 en d-ROM verlaagd in deze kuikens, vooral wanneer Ronozyme ProAct was toegevoegd. Deze parameters zijn een maat voor het optreden van ontstekingsreacties op darmniveau.

De proef toont aan dat eiwitverlaging zowel technisch als economisch haalbaar is. Inmiddels worden deze adviezen verder getest in praktijkproeven. De eerste resultaten zijn alvast veelbelovend!

ir. M.H. van den Brink, ir. A. Vandeweghe - Diernutritionisten Pluimvee

 
Wenst u meer gedetailleerde informatie, raadpleeg dan uw contactpersoon bij DSM Nutritional Products of Twilmij.