Een recente screening toont aan dat Belgische en Nederlandse korrelmaïs die eind vorig jaar werd geoogst een zeer hoge concentratie Fusarium mycotoxines bevat: gemiddeld ongeveer 7 keer hoger dan het jaar voordien. Deze hoge belasting zien wij inmiddels ook terug in de maïskuilen. In een eerdere Nutri.Mail werden al data gedeeld van de mycotoxine belasting in Franse maïskuilen, waarbij een significant hogere contaminatie te zien was. Inmiddels zijn ook een 40-tal maïskuilen uit Nederland en België geanalyseerd op toxines. Die laten helaas het zelfde beeld zien.  
[Geschreven door: Michelle Bax, MSc -  Rundvee nutritionist dsm-firmenich]
 
In de Benelux loopt al een aantal jaren een DSM Maïskuilproject. Hierbij analyseren wij maïskuilen op mycotoxines met als doel de risico's bij melkkoeien en melkgeiten in kaart te brengen. In grote delen van de Benelux is maïskuil namelijk één van de hoofdcomponenten binnen het rantsoen. Wanneer zo'n maïskuil een hoge mycotoxine belasting laat noteren, kan dit een lange termijn impact hebben op de veestapel.
Op dit moment zijn de resultaten van de eerste 41 maïskuilen binnen en zien wij een duidelijk hogere toxine belasting dan de voorgaande jaren. Om de impact van de besmette kuilen op rundvee goed te kunnen inschatten, werd er een risicoanalyse gemaakt op basis van 8 kg DS opname van maïskuil.
 
Tabel 1. Mycotoxine waarden maïskuil Benelux, oogst najaar 2023 (in ppb, basis 100% DS)
 
Tabel 2. Fusarium mycotoxines: risico niveau bij dagopname van 8 kg DS maïskuil
LOD = onder de detectielimiet
De cijfers tussen haakjes zijn de waarden van 2022.
 
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat er in àlle onderzochte maïskuilen B Trichothecenen worden gevonden. Deze groep bestaat uit DON, NIV en DON-3-GLUC. Voor de A Trichothecenen gaat het om het gehalte aan HT-2 toxine.
Behalve maïskuil, kunnen ook andere voercomponenten mycotoxines bevatten. Die werden binnen dit project niet onderzocht. Verder kunnen mycotoxines additieve of zelfs versterkende effecten uitoefenen op elkaar - zgn. "co-contaminatie". De meeste kuilen bevatten ook méér dan één mycotoxine.
 
Dit jaar vallen maar liefst 66% van de maïskuilen in de categorie gemiddeld tot hoog risico. Ter vergelijking: vorig jaar ging dat slechts om 37% van de onderzochte kuilen. Het gaat dus bijna om een verdubbeling van het aantal risico kuilen.
We verwachten de komende weken nog méér uitslagen van toxine bepalingen op maïskuil. Die zullen mogelijk een wat meer genuanceerd beeld geven, maar nu al staat vast dat de impact van de gevonden mycotoxines niet mag onderschat worden en op sommige bedrijven ongetwijfeld tot nadelige effecten op de productie en de diergezondheid zal leiden.
 
Gecontamineerde maïskuil: wat nu?
Vooral de mycotoxines uit de groep B Trichothecenen en Zearalenone worden in sterk verhoogde mate teruggevonden in de meeste maïskuilen en zijn zorgwekkend. Deze toxines kunnen immers niet onschadelijk worden gemaakt door toevoeging van kleimineralen aan het rantsoen. Dat kan enkel gebeuren via een specifieke biotransformatie of de-activatie. Daarbij worden de toxines - meestal enzymatisch - omgezet tot minder schadelijke metabolieten.
Een geschikte aanpak bestaat uit de toevoeging van Mycofix 3.E Plus aan het rantsoen voor herkauwers. De dosering van deze mycotoxine "de-activator" is afhankelijk van de diergroep en van de toxine belasting. Uw contactpersoon binnen dsm-firmenich helpt u graag hiermee verder.
 
Voerfabrikanten die nog willen instappen in het DSM Maïskuilproject kunnen zich hiervoor nog steeds aanmelden bij hun contactpersoon.