Klauwproblemen zijn één van de belangrijkste redenen voor het vervroegd afvoeren van melkkoeien. Zij hebben een negatief effect op de melkgift, voeropname, vruchtbaarheid, levensduur en het welzijn van de koeien. Klauwproblemen kosten de veehouder gemiddeld €53 per aanwezige koe. Het achterhalen van de exacte oorzaak van klauwproblemen is doorgaans niet eenvoudig.
[Geschreven door: J. Koppes MSc. - dr. I. Gantois]
 
Klauwproblemen kunnen we onderverdelen in infectieuze en niet-infectieuze aandoeningen.
  • Infectieuze aandoeningen zoals Mortellaro zijn meestal een gevolg van een verlaagde weerstand en ongunstige omgevingsfactoren (vocht, slechte hygiëne…).
  • Niet-infectieuze aandoeningen zoals zoolzweren en witte-lijndefecten worden eerder veroorzaakt door het rantsoen en de huisvesting (te harde vloer, overbezetting…).
Voldoende aandacht voor management factoren is dus cruciaal bij de aanpak van klauwproblemen. De Nederlandse GD heeft hier een 7 stappen plan voor gemaakt:
  • stalvloer en ligboxen,
  • controle van de klauwen,
  • behandeling van kreupele koeien,
  • ontsmetten,
  • fokkerij en afvoeren,
  • lichaamsconditie
  • rantsoen.
Lichaamsconditie
Onderzoek toont aan dat magere koeien dunnere vetkussens in de klauwen hebben en vaker kreupel lopen. Vetkussens beschermen de klauw, zorgen voor een verdeling van het gewicht en voor een betere demping.
Sturen op een juiste lichaamsconditie kan dus een bijdrage leveren om klauwproblemen voor te blijven. Vooral rondom de transitieperiode is het van belang om de lichaamsconditie optimaal te houden. Een richtlijn hiervoor is om de droogstand in te gaan met een body conditie score (BCS) van 3 tot 3,5. Tot afkalven is het belangrijk om deze stabiel te houden. Na het afkalven is het van belang om de negatieve energiebalans (NEB) te beperken. Koeien met een NEB mobiliseren ook het vet dat opgeslagen zit in de klauw. Een goed transitiemanagement is daarom een vereiste. Om de BCS optimaal te houden, is een juist afgestemd rantsoen nodig.
 
Een goed rantsoen
In het belang van een goede klauwgezondheid dient tijdens de droogstand- en de lactatieperiode dagelijks vers en smakelijk voer verstrekt. Omdat er een duidelijk verband is tussen de NEB en klauwproblemen is het belangrijk dat droogstaande koeien niet vervetten. Daarom wordt geadviseerd om in de droogstand energiearm te voeren.
Bij de start van de lactatie is het belangrijk om de krachtvoergift geleidelijk op te bouwen. Dit om te voorkomen dat pensverzuring optreedt. Bij pensverzuring of acidose worden in de pens o.a. melkzuur, histamine en endotoxines aangemaakt. Deze stoffen kunnen de bloedvoorziening en de opname van nutriënten in de klauw aantasten (klauwbevangenheid).
 
Plotselinge rantsoenwisselingen, te hoge krachtvoergift, te weinig structuur en te veel snelle koolhydraten verhogen het risico op pensverzuring. Het voorzien van voldoende pensbuffering kan helpen om pensverzuring te voorkomen. Hou er wel rekening mee dat klauwproblemen meestal pas optreden 6-8 weken na de nutritionele verstoring. Mogelijk speelt pensverzuring op dat moment geen rol meer.
 
Vitaminen en mineralen
Een optimale voorziening van vitaminen en mineralen draagt bij aan gezond huidweefsel en harde klauwhoorn. Deze moeten extra aangevuld worden via het krachtvoer en/of mineralenmengsel.
Zink, mangaan en koper zijn de belangrijkste spoorelementen om in de gaten te houden.
  • Zink speelt voornamelijk een rol bij de vorming van keratine: de bouwsteen van het klauwhoorn. Verder is dit spoorelement ook betrokken bij de bescherming van de lipidenrijke extracellulaire matrix (= cement tussen de keratinecellen).
  • Mangaan is essentieel voor de vorming van een goede kwaliteit bot en kraakbeen. Ook is dit element betrokken bij de keratinevorming van de hoorncellen en bij de vorming van bindweefsel.
  • Koper is ook betrokken bij het onderhouden van een gezonde klauwhoorn.
 
Meerdere onderzoeken melden een lager zink-, mangaan-, koper- en calciumgehalte in de klauw bij koeien met klauwproblemen. De biologische beschikbaarheid van deze mineralen heeft mogelijk ook een invloed op klauwaandoeningen. Zo laten een aantal studies zien dat het aantal kreupele koeien lager ligt bij gebruik van de beter beschikbare, organische spoorelementen.
 
Biotine of vitamine H is rechtstreeks betrokken bij de klauwvorming. De vitamine helpt mee aan de vorming van het cement die de hoorncellen bij elkaar houdt. Biotine wordt echter slechts in zeer beperkte mate aangemaakt via synthese in de pens. Daarom levert het toevoegen van extra biotine aan het rantsoen een duidelijke meerwaarde op.
 
De adviesdosering voor biotine bedraagt 20 mg/koe/dag. Verschillende onderzoeken tonen een verlaging aan van het aantal niet-infectieuze klauwproblemen bij deze dosering. Ook laten studies een verhoogde melkgift zien van gemiddeld 1,3 kg melk per dag bij verstrekking van 20 mg biotine per koe/dag. Het kan een aantal maanden duren voordat de effecten van biotine op de klauwgezondheid zichtbaar zijn omdat het proces om nieuw hoornweefsel aan te maken 6 tot 8 weken in beslag neemt.
 
Conclusies
Voeding speelt naast management factoren een belangrijke rol in de klauwgezondheid van melkkoeien. Ter preventie is het belangrijk om de lichaamsconditie van de koe goed op orde te houden en pensverzuring te voorkomen. Via het krachtvoer en/of mineralenmengsel is het essentieel om de vitaminen en mineralen met afgestemde hoeveelheden op het rantsoen aan te vullen.
 
De TWILMIX Rundvee Klauwen Excellent is een rundveemineraal dat koeien hierin voorziet. Dit mineraal bevat vitamines, spoorelementen en buffers ter ondersteuning van een uitstekende klauwgezondheid. Ook andere, bv. klantspecifieke Rovisol mineraalmengsels kunnen hiervoor uitgewerkt worden. Daarnaast kan de GD o.a. spoorelementen en biotine meten in de tankmelk. Dit kan een goede indicatie geven of de gehalten uit het totale rantsoen op orde zijn.
 
Neem voor meer informatie hierover contact op met uw contactpersoon bij DSM Twilmij.
0342- 441 781 | www.twilmij.nl